Welke (steun)maatregelen heeft de regering genomen waarop de werkgever kan terugvallen?
Tijdelijke werkloosheid werknemers
Er werd door de Ministerraad op 20 maart 2020 beslist dat alle tijdelijke werkloosheid ingevolge het coronavirus kan beschouwd worden als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
De werknemers kunnen genieten van een verhoogde RVA-uitkering tot 30 juni 2020. De werknemer ontvangt bovenop de werkloosheidsuitkering een supplement van € 5,63 per dag, ten laste van de RVA.
Wie komt in aanmerking:
Werknemers
Deze maatregel kan worden ingevoerd voor:
- zowel arbeiders als bedienden (in de privé- en de openbare sector);
- uitzendkrachten tijdens de duur van hun uitzendarbeidsovereenkomst;
- leerlingen die een alternerende opleiding volgen.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht is niet van toepassing op statutaire werknemers in de openbare sector en studenten.
Werkgevers
Alle werkgevers die hun werknemers tijdelijk niet kunnen tewerkstellen ten gevolge van het coronavirus komen voor deze maatregel in aanmerking.
Omvang steun:
Wanneer de overmacht ‘Coronavirus’ is wordt de RVA-uitkering verhoogd tot 70% van het begrensd gemiddeld loon (€ 2.754,76 per maand). Op deze uitkering wordt 26,75% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Deze verhoging is van toepassing tot 30 juni 2020.
De wegens overmacht tijdelijk werkloos gestelde werknemers zijn vrijgesteld van wachttijd. Dit betekent dat ze onmiddellijk recht hebben op uitkeringen en geen bewijs van het aantal arbeids- of gelijkgestelde dagen moeten leveren.
De werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens overmacht (reden “coronavirus”) ontvangt bovenop de werkloosheidsuitkering een supplement van € 5,63 per dag, ten laste van de RVA. Ook op dit supplement wordt een bedrijfsvoorheffing van 26,75% ingehouden.
Als werkgever kan je beslissen om bovenop de werkloosheidsuitkering een aanvullende vergoeding toe te kennen.
Heel wat sectoren voorzien wel in de toekenning van een verplichte aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid, ook voor overmacht.
Geldt er een sectorale cao die je als werkgever verplicht een aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid te betalen, dan dien je minimaal deze vergoeding toe te kennen.
Bestaat er geen sectorale verplichting, dan kunnen werkgevers die dit wensen een aanvulling betalen (zowel voor arbeiders als voor bedienden) bovenop de werkloosheidsuitkeringen en de aanvulling door de RVA om het loonverlies op te vangen. Op deze aanvulling dienen geen sociale zekerheidsbedragen betaald te worden, maar ze is wel onderworpen aan dezelfde bedrijfsvoorheffing als de werkloosheidsuitkering.
Wie tijdelijk werkloos is, kan die werkloosheidsuitkering in bepaalde gevallen combineren met vrijwilligerswerk of een bijberoep.
Vereenvoudigde formaliteiten voor de werkgever
- De werkgever moet voor de duur van de beperkende maatregelen (voorlopig tot en met 5 april 2020) geen mededelingen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht meer versturen naar het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA.
- Deze periode kan worden verlengd tot 30 juni 2020, indien de sanitaire maatregelen door de regering worden verlengd of versterkt.
- Indien de werkgever voor de periode vanaf 13 maart 2020 in de ASR scenario 5 (elektronische aangifte sociaal risico waarin de werkgever het aantal dagen vermeldt waarop de werknemer tijdelijk werkloos is gesteld) de tijdelijke werkloosheid aangeeft als “overmacht” (door het vermelden van de code ‘aard van de dag’ 5.4 en met als reden “coronavirus”), geldt dit als de vereiste mededeling.
Deze werkwijze geldt ongeacht of de werkgever voor de periode vanaf 13 maart 2020 al een mededeling tijdelijke werkloosheid wegens overmacht had verstuurd en geldt ook indien hij een mededeling tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken had verstuurd.
De werkgever die aanvankelijk een mededeling tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken had verstuurd, kan op die manier zonder verdere formaliteiten overstappen naar de regeling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (reden “coronavirus”), ook indien er nog door bepaalde werknemers of op bepaalde dagen kan gewerkt worden.
- Indien de werkgever in de ASR scenario 5 als reden van tijdelijke werkloosheid “economische oorzaken” aangeeft (door het vermelden van de code ‘aard van de dag’ 5.1), dan blijven de bestaande procedures behouden (mededeling van de voorziene tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken, mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag, verplichte werkweek….).
- De werkgever is verplicht om zo snel mogelijk een ASR scenario 5 af te leveren (aan de hand waarvan de RVA ook het bedrag van de uitkeringen van de tijdelijk werkloze kan vaststellen). De werkgever moet daarvoor niet wachten tot het einde van de maand, maar moet dit doen in de loop van de maand, van zodra alle gegevens tot het einde van de maand gekend zijn.
- De werkgever moet van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 geen controlekaarten C3.2A afleveren aan de werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld, ongeacht de reden van tijdelijke werkloosheid.
Vereenvoudigde formaliteiten voor de werknemer
- De werknemer kan voor de indiening van zijn uitkeringsaanvraag bij zijn uitbetalingsinstelling gebruik maken van een vereenvoudigd formulier (formulier C3.2- werknemer- corona). Elke uitbetalingsinstelling beschikt over dergelijk formulier.
- De werknemer die tijdelijk werkloos wegens overmacht wordt gesteld, wordt zonder toelaatbaarheidsvoorwaarden toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen.
- Dit geldt, voor de periode van 1 februari 2020 tot en met 30 juni 2020, ook voor de werknemer die tijdelijk werkloos is wegens economische oorzaken.
- De werknemer ontvangt van 1 februari 2020 tot 30 juni 2020 een uitkering gelijk aan 70% van zijn gemiddeld loon (loon geplafonneerd op € 2.754,76 per maand). De werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens overmacht (reden “coronavirus”) ontvangt bovenop de werkloosheidsuitkering een supplement van € 5,63 per dag, ten laste van de RVA.
Bron : RVA – www.rva.be
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht kan ook worden aangevraagd voor werknemers van toeleveranciers van door een opgelegde sluiting getroffen bedrijven, voor zover deze daardoor helemaal niet meer tewerkgesteld kunnen worden. Deze tijdelijke werkloosheid kan voorlopig ook worden aanvaard tot en met 5/04/2020, voor zover de volledige onmogelijkheid tot tewerkstelling door de werkgever is aangetoond (behalve indien deze toeleveranciers ook door een opgelegde sluiting getroffen worden).
Corona en tijdelijke werkloosheid: RVA hanteert forfait van 1.450 euro bruto per maand.
Forfaitaire uitkering
Werknemers die door de recente corona-maatregelen in tijdelijke werkloosheid terecht komen, kunnen onmiddellijk rekenen op een werkloosheidsforfait van 1.450 EUR bruto per maand.
Minister van werk Nathalie Muylle maakte deze beslissing bekend.
We veronderstellen dat dit forfait betaald wordt bij tijdelijke werkloosheid omwille van corona vanuit een voltijdse tewerkstelling.
Nieuwe dossiers
RVA zal deze forfaitaire werkloosheidsuitkering in eerste instantie betalen aan werknemers voor wie een nieuw dossier tijdelijke werkloosheid omwille van corona moet opgestart worden. Later zal een saldo volgen.
Een nieuw dossier vraagt immers tijd om volledig in orde te geraken.
Deze oplossing is zeer adequaat om te vermijden dat de uitkeringen in nieuwe dossiers op het eind van deze maand niet kunnen betaald worden .
De overheid wil zo de koopkracht van de getroffen werknemers zo veel mogelijk vrijwaren in deze periode van overmacht. Het is immers cruciaal dat wie tijdelijk zijn loon verliest toch zijn facturen voor gas, elektriciteit en dagelijkse kosten kan blijven betalen.